Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [83]De kracht des vuurs hebben uitgeblust, [84]de scherpte des zwaards zijn ontvloden, [85]uit zwakheid krachten hebben gekregen, [86]in den krijg sterk geworden zijn, [87]heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht. 83. Namelijk gelijk de metgezellen van Daniel; Dan.3:25. 84. Grieks de monden des zwaards; namelijk gelijk David het zwaard van Saul, 1 Sam.20; Elia het zwaard van Achab, 1 Kon.19; Elisa het zwaard der Syriers, 2 Kon.6. 85. Namelijk gelijk Job, Job 42; David, Ps.6; Hiskia, Jes.38. 86. Namelijk gelijk vele rechters en koningen. 87. Namelijk gelijk Jonathan; 1 Sam.14.